|
|
8-12-2013
Kees Pieters
Terwijl
de Duitse grondwet beschermingsmechanismen bevat om ongelukken zoals in
1933 te
voorkomen, is de Nederlandse grondwet zo lek als een mandje. Via de
Samoa-route
kan onze grondwet zelfs worden gewijzigd zonder tussenkomst van het
volk.

Een grondwet
bevat de spelregels van
de democratie. Grondwetsartikelen zijn dan ook van een hogere orde dan
wetsartikelen. Het wijzigen van deze spelregels is een gevaarlijke
zaak. Immers,
als je de democratische spelregels verandert, kan dat het einde
betekenen van het
democratische spel en kunnen we in een dictatuur belanden.
Om dat te
voorkomen is in Duitsland
het Bundesverfassungsgericht ingesteld: het grondwettelijk hof. Deze
rechters
beoordelen bij verdragen, die Duitsland afsluit, of deze de
soevereiniteit van
en democratie in Duitsland aantasten. Als dit het geval is kan het
grondwettelijk hof het betreffende verdrag tegenhouden.
Ook in
Nederland is er een beveiligingsmechanisme
ingebouwd in de grondwet om de soevereiniteit en democratie te
beschermen. Bij een
gewone wet is het voldoende
dat de Tweede Kamer met een meerderheid van stemmen vóór de wet stemt.
Bij een
grondwetswijziging is het anders geregeld (zie figuur 1).
Figuur
1: Sluiproute wijzigingen grondwet
Een
wijziging van de grondwet moet
in de Tweede Kamer eerst worden goedgekeurd. Daarna wordt de Tweede
Kamer
ontbonden en volgen er verkiezingen. Dat geeft in ieder geval het volk
de
gelegenheid om zodanig te stemmen dat de wijziging niet doorgaat.
Mochten de
parlementariërs zich niet gedragen als beschermers van de democratie en
een ondemocratische
wijziging van de grondwet voorstellen, dan kan in ieder geval de kiezer
voorkomen dat deze wijziging wet wordt. Artikel 137 van onze Grondwet
zorgt
voor deze volksbeveiliging.
Twee andere
artikelen zorgen er
echter voor dat deze volksbeveiliging gemakkelijk kan worden omzeild.
Artikel
94 zegt dat verdragen boven de wet staan. Als een verdrag dus in strijd
is met
de wet, zelfs met de grondwet, dan geldt de wet of grondwet in dat
geval niet
meer. Verder staat in artikel 91.3 dat een verdrag kan worden
afgesloten, dat
in strijd is met de Nederlandse grondwet, met tweederde van de stemmen.
De
tweederde meerderheid is een soort van zeer zwakke bescherming. De
kiezer en
dus de bevolking komt er niet meer aan te pas en kan eventuele
ondemocratische
uitglijders van de Tweede Kamer niet tegenhouden.
We
zien in de praktijk van de afgelopen
jaren, dat politici, die zichzelf
met overtuiging als democraten beschouwen, de bevoegdheid tot
besluitvorming op
vele gebieden hebben afgestaan aan Europese instellingen zonder
democratische
legitimatie. Dit gebeurde telkens volgens de hierboven beschreven
sluiproute
zonder tussenkomst van de kiezer. Overdracht van bevoegdheden aan
Europa vond
bijvoorbeeld plaats via het Verdrag van Lissabon, waarbij de Tweede
Kamer met
tweederde meerderheid vóór stemde, nadat de bevolking dit verdrag in
een
referendum overtuigend had verworpen. Later werd op een achternamiddag
tussen
de bedrijven door het ESM (Europees Stabiliteits Mechanisme)
goedgekeurd,
terwijl het kabinet demissionair was. Normaal gesproken worden alle
onderwerpen, die ook maar een beetje controversieel zijn, niet in
stemming
gebracht wanneer een kabinet demissionair is. Het wordt gezien als
fatsoenlijk
om dit soort zaken over de verkiezingen heen te tillen. Maar als een
stuk
democratische controle wordt weggegeven aan een niet-democratisch
orgaan als
het ESM, dan gelden deze fatsoensregels plotseling niet meer. In elk
geval
tweederde van onze parlementariërs kan dan ook democratische
onachtzaamheid
worden verweten.
Het
bijzondere van de sluiproute is
dat ze met wat creativiteit ook kan worden gebruikt om
grondwetswijzigingen met
een louter binnenlands karakter door te voeren. Stel bijvoorbeeld dat
partijen
alsnog de gekozen burgemeester willen regelen. In het verleden strandde
deze
poging in de Eerste Kamer in de nacht van Wiegel (1999). De gekozen
burgemeester is in strijd met de grondwet. Als de politiek dit wil
regelen
zonder tussentijdse verkiezingen, dan kan dit als volgt:
Sluit
een verdrag met een klein land,
dat wel wat geld kan gebruiken. Biedt in ruil een paar miljoen euro
aan. Samoa,
een kleine eilandengroep in de Stille Zuidzee, lijkt hiervoor erg
geschikt. Zet
in dat verdrag dat, indien het inwonertal van het verdragsland groter
is dan 10
miljoen inwoners, de burgemeester via verkiezingen wordt aangesteld.
Samoa zal
daar geen bezwaar tegen hebben, want ze hebben minder dan 10 miljoen
inwoners.
De Tweede kamer en de Eerste Kamer moeten dan met tweederde meerderheid
dit
verdrag goedkeuren en de gekozen burgemeester is geregeld. Tussentijdse
Tweede
Kamerverkiezingen zijn niet nodig. En die paar miljoen euro zijn
goedkoper dan
nieuwe verkiezingen in Nederland houden.
Grondwet aanpassen? Even Samoa
bellen dus!
 |
|
|
|
|