Kwartetten
is inmiddels een veelvuldig beoefend gezelschapsspel geworden aan het
Binnenhof. Helaas wordt het gespeeld met de verkeerde kaarten. Hierbij
een
beknopte handleiding voor ambitieuze Haagse politici, die willen
doorstromen
naar de categorie van gevorderde spelers. En, o ja, een detail:
belastingverhogingen
zijn dan niet meer nodig.
Figuur
1: Politiek kwartetten voor beginners
Enkele
weken geleden is het Herfstakkoord afgesloten. Na een partijtje
kwartetten
tussen de regerings-
en oppositiepartijen
kwam men uiteindelijk met een belastingverhogingprogramma naar buiten,
waarbij
als enig pluspunt kon worden opgemerkt, dat men het ergens over eens
was
geworden. Haagse politici liepen zelfgenoegzaam door de gangen van het
Binnenhof met een tred, die deed vermoeden dat zojuist een bijzonder
staaltje
staatsmanskunst was vertoond. Het binnen één jaar tegelijkertijd
verhogen van
de inkomstenbelasting, de BTW, de waterbelasting en de accijnzen (zie
figuur 1)
is weliswaar een blijk van besluitvaardigheid, maar tegelijkertijd van
een
stuitend gebrek aan inzicht in de besluiten die Nederland nodig heeft.
Belastingverhogingen zijn geen bezuinigingen. Zolang de overheid nog op
grote
schaal belastinggeld verspilt, hoeven de belastingen helemaal niet te
worden
verhoogd. Het enige dat de politiek moet doen is het stoppen van pure
geldverspilling. Dit laatste is iets wat politici hardnekkig blijven
weigeren
te doen.
Figuur
2: Politiek kwartetten voor gevorderden
Om
behulpzaam te zijn heb ik hieronder een kwartet van geldverspillingen
(zie
figuur 2) geselecteerd, die recentelijk in het nieuws zijn geweest. Het
gaat om
projecten waar niemand wat aan heeft. Sterker nog, er wordt in het land
door
plaatselijke actiegroepen geprotesteerd tegen de plannen, omdat men de
projecten helemaal niet wil. Dat lijkt dus een win-win situatie. De
bevolking
is blij als de projecten niet doorgaan en de politiek en dus de
belastingbetaler
is goedkoper uit als de projecten niet doorgaan. Daar valt als
politicus betere
sier mee te maken dan het verhogen van de belastingen.
Bij
de onderstaande projecten worden de momenteel geraamde kosten gegeven.
De
ervaring met dit soort grote projecten laat echter zien dat ze dikwijls
aanzienlijk duurder uitvallen dan oorspronkelijk geraamd, zoals het
geval was
bij o.a. de Betuwelijn, de Amsterdamse Noord-Zuidlijn en de Rotterdamse
Museumpark parkeergarage (in de volksmond: “blunderput”).
[i]
[ii]
Een
eeuwenoud en prachtig door dijken doorsneden polderlandschap moet
worden
opgeofferd voor kunstmatige “natte natuur”. Boeren zullen worden
uitgekocht en
de landerijen worden deels onder water gezet. Het project zal
resulteren in een
600 hectare grote blubberput. Er is al een protestgroep opgericht om te
proberen dit door niemand gewenste plan te verijdelen. De geschatte
kosten
bedragen 120 miljoen euro.
[iii]
Tussen
Huizen en Hilversum is een busbaan gepland. Er is echter niemand, die
deze bus
wil, want hij stopt op minder plekken dan de bestaande bus en ook op
minder
goede plekken. Bovendien zal de bus via de nieuwe busbaan niet of
nauwelijks
sneller zijn dan de bestaande bus. Hij rijdt wel sneller op de nieuwe
baan,
maar hij rijdt ook om! De plaatselijke bevolking en de inmiddels
opgerichte actiegroep
hopen dus dat het plan niet doorgaat. De geschatte kosten bedragen 118
miljoen
euro.
[iv]
In
opdracht van de Marine wordt een schip gebouwd. Het Algemeen Dagblad
meldt: “De JSS (Joint Support
Ship) is een imponerend gevaarte, de
enige in zijn soort in Europa. Ruim twee voetbalvelden lang, een half
voetbalveld hoog, 30 meter breed, meer dan 17 miljoen kilo zwaar. Het
is een
tanker en bevoorradingsschip, maar uitgerust met peperdure extra's,
zoals een
groot ziekenhuis, een helikopterlandingsplaats, een hangar voor zes
helikopters
en een extra laadruimte voor tanks en ander zwaar materieel.”
Inmiddels
blijkt al vóór de
oplevering het schip niet meer nodig te zijn voor de Marine. De kosten
bedragen
408 miljoen euro.
[v]
De
Anton Philipszaal voor concerten en het Lucent Danstheater voor
dansvoorstellingen zullen worden gesloopt en er zal een nieuw gebouw
worden
neergezet, waarin concerten en dansvoorstellingen kunnen worden
gegeven. De
totale kosten van dit project zijn geraamd op 181 miljoen euro. In
figuur 3 is
aangegeven wat de toegevoegde waarde voor het BBP (Bruto Binnenlands
Product)
is van deze projecten en wat de werkelijke toegevoegde waarde is.
|
Economie van de economen
|
Werkelijke
economie
|
|
BBP
|
Aantal
Concertzalen
|
Aantal
Danstheaters
|
Sloop Anton Philipszaal
|
|
-1
|
|
Sloop Lucent Danstheater
|
|
|
-1
|
Bouw nieuw Cultuurpaleis
|
|
+1
|
+1
|
Totaal
|
€
181.000.000
|
0
|
0
|
Figuur
3: Toegevoegde waarde Haags Cultuurpaleis
Volgens
de wetten van de economie voegt de sloop en de nieuwbouw 181 miljoen
euro toe
aan het BBP. De werkelijke toegevoegde waarde voor de Nederlandse
samenleving
is nul concertzalen en nul danstheaters, tezamen nihil.
Hierboven
zien we hoe gemakkelijk een totaalbedrag van 827 miljoen euro had
kunnen worden
bespaard (Marineschip) of nog kan worden bespaard (andere projecten).
Ongetwijfeld kan na verder zoeken nog een aantal kwartetten met op
stapel
staande verspillingprojecten worden gevonden, waardoor
belastingverhogingen
niet nodig zijn. Het opsporen en vervolgens afblazen van deze projecten
zou van
meer staatsmanschap getuigen dan het potje belastingverhogingkwartet
dat nu in
Den Haag wordt gespeeld.
|