|
De crisis beleggings wijzer geeft op basis van de constateringen en
verwachtingen van het boek "Het
Westen 5x Failliet" extra risico's
waarop moet worden gelet bij het parkeren, beleggen of investeren van
vermogen. Deze risico's komen bovenop de reeds bestaande risico's van
het beleggen.
De extra risico's zijn:
- Hyperinflatie.
- (On)tastbaarheid.
- Hefbomen.
- Banken.
- Managers.
- Praten i.p.v. maakindustrie.
- Westers aandeel.
- Politiek en verplaatsbaarheid.
- Vermogensbestanddelen in Euroland.
- Vermogensbestanddelen in Zuid-Europa.
|
|
|
Politici zullen niet in staat zijn om de overheidsuitgaven te
beperken tot een beheersbaar niveau. Beperken betekent in dit verband
minstens halveren. Daarnaast zullen Europese politici
zo lang mogelijk het uiteenvallen van de euro
proberen te vermijden. Hiertoe zullen ze de geldpers zeer hard aan het
werk moeten zetten. Het resultaat is hoge inflatie of hyperinflatie, in
ieder geval tot aan het moment van het onvermijdelijke
uiteenvallen van de euro.
Vastrentende waarden en vastgoed met langdurige huurcontracten zonder
inflatiecorrectie hebben hier problemen mee. Bedrijven, die
om wat voor reden dan ook niet in staat zijn hun prijzen mee te laten
bewegen met zeer hoge inflatie, hebben ook een probleem.
|
|
|
Omdat geld en zaken, die slechts aan geld gerelateerd zijn, zoals
obligaties, geen verankering in waarde hebben, zijn geld en obligaties
in die zin minder veilig dan tastbare zaken, zoals vastgoed,
(edel)metalen, grond, fruitbomen of zonnepanelen.
|
|
|
De meeste beleggingen hebben een hefboom in de vorm van vreemd
vermogen. Bij bedrijven zien we dat aan de verhouding van het eigen
vermogen ten opzichte van het totaal vermogen, de solvabiliteit. Bij
vastgoedinvesteringen of projectinvesteringen zien we dat aan het door
participanten in te brengen kapitaal tegenover de totale investering.
Het resterende stuk is dan meestal een banklening.
Het directe rendement zal door de constructie met een deel vreemd
vermogen hoger zijn, maar de kwetsbaarheid voor tegenvallers en daarmee
samenhangend faillissement is ook veel hoger.
|
|
|
Banken zijn failliet of bijna failliet. Zij zijn dus overgeleverd aan
de grillen van de politiek. Het betekent enerzijds dat zij geen
objectieve waarde meer hebben als beleggingsobject. Anderzijds betekent
het ook dat het gevaarlijk is ervan afhankelijk te zijn. Zowel het
parkeren van geld bij een bank is gevaarlijk, want bij een
faillissement van de bank is het geld verloren, maar ook een lening is
gevaarlijk. Immers, als de lening moet worden verlengd en de
bank is in problemen, dan zal verlenging worden geweigerd. Dat kan het
einde betekenen van datgene waarvoor het geld is geleend. Dat kan dus
het einde betekenen van het bezit van een huis of van een bloeiend
bedrijf.
Door het aflossen van leningen en het investeren van spaargelden in
renderende of tastbare zaken kunnen bankrisico's worden
verminderd.
|
|
|
Managers zijn minder voorzichtig en denken meer korte termijn dan
ondernemers. Investeren in bedrijven, die worden geleid door managers
in plaats van ondernemers is dus meer risicovol. Familiebedrijven
hebben in die zin de voorkeur boven bedrijven geleid door
beroepsmanagers. Grote hoeveelheden geld in kas zijn een extra risco
bij managers omdat zij geneigd kunnen zijn om grote te dure overnames
te doen.
|
|
|
In Azië worden veel dingen gemaakt. In
de Westerse wereld bevindt zich veel "praat"-industrie. De grote
hoeveelheid gebakken lucht die door deze industrie wordt
geproduceerd zal weinig aftrek vinden in Azië of elders. Bij het investeren in
bedrijven is het dus van belang om alleen te investeren in bedrijven,
die waarde creëren. Veelal zal het
hier de maakindustrie
betreffen of diensten die deze maakindustrie nodig heeft of verbeteren.
|
|
|
De ontwikkeling in opkomende landen zal veel groter zijn dan de
ontwikkeling in de Westerse wereld. Het is bij het investeren in
bedrijven dus van belang dat de bedrijven voldoende vestigingen en
klanten in de opkomende landen hebben.
|
|
|
De politiek en zeker de politiek in de Westerse landen zal heel veel
geld tekort komen. Politici zullen niet in staat zijn de
overheidskosten te
beheersen, dat wil zeggen minstens halveren, en zullen dus belastingen
gaan heffen op allerlei zaken, waarop op dit moment nog geen belasting
wordt geheven. Waar men die belastinggelden vandaan wil halen is
moeilijk te voorspellen. De discussie over een verhuurbelasting is een
teken aan de wand. Dat betekent dat een investering op lange
termijn een heel ander rendement kan hebben dan oorspronkelijk begroot
bij het besluit tot investeren. De overheid zal steeds minder
betrouwbaar worden als het op de voorspelbaarheid van de ontwikkeling
van de belastingheffing aankomt. Net als bij het investeren in een
bananenrepubliek zal de terugverdientijd van een investering
belangrijker
worden dan het rendement. In een bananenrepubliek moet de winst van een
investering binnen zijn voor de volgende staatsgreep. In Westerse
landen zal de winst van een investering binnen moeten zijn voor de
volgende belastingherziening.
Verplaatsbaarheid van een investering is in dit kader belangrijk, omdat
dit de mogelijkheid biedt om de investering onder te brengen in een
andere politieke jurisdictie. Een goudvoorraad, een wagenpark,
vliegtuigen of een chipmaakmachine zijn verplaatsbaar; grond,
vastgoed of een raffinaderij zijn dat niet. Laatstgenoemde
investeringen zijn dus overgeleverd aan de grillen van de politici
van het land waarin de investeringen zich bevinden. |
|
|
De economie in de eurolanden zal extra klappen krijgen vanwege de
problemen met de euro. De economie in Zuid-Europa zal worden ontwricht.
De economie in Noord-Europa zal zwaar worden belast om de problemen in
Zuid-Europa te verzachten. Omdat de politiek de euro wil handhaven
zullen deze kosten buitengewoon hoog oplopen. De koers van de euro zal
hier onder lijden. Misschien niet ten opzichte van de US Dollar, omdat
ook in Amerika zeer grote problemen zijn met de munt, maar wel
ten opzichte van valuta buiten de westerse wereld.
Vermogensbestanddelen
in euroland zullen hier last van hebben.
|
|
|
Europese politici zullen zo lang mogelijk het uiteenvallen van de euro
proberen tegen te houden. Dat betekent, dat als de onvermijdelijke klap
dan komt, deze klap ook zeer groot zal zijn. De Zuid-Europese
valuta zullen een zeer grote devaluatie krijgen ten opzichte van valuta
in Noord-Europa.
Bij het investeren in vermogensbestanddelen in Zuid-Europa, of dit nu
bedrijven zijn of huizen of parkeergarages, moet men hier rekening mee
houden.
|
|
|
Kasgeld |
Aandelen |
Obligaties |
Vastgoed-
participaties |
Vastgoed-
obligaties |
Vastgoed |
Agrarische
grond |
Goud
Zilver |
Hyperinflatie |
|
1 |
|
|
|
|
|
|
Hefboom |
|
2 |
|
3 |
|
|
|
|
Tastbaar |
|
|
|
|
|
|
|
|
Banken |
|
4 |
4 |
3 |
3 |
|
|
|
Maakindustrie |
n.v.t. |
5 |
5 |
6 |
6 |
6 |
|
n.v.t. |
Managers |
|
7 |
7 |
|
|
|
|
|
Westers |
n.v.t. |
8 |
8 |
9 |
9 |
9 |
9 |
n.v.t. |
Verplaatsbaar |
|
10 |
10 |
|
|
|
|
|
Politiek |
11 |
12 |
11 |
12 |
12 |
12 |
12 |
12 |
Zuid-Europa |
13 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
|
Euroland |
15 |
16 |
16 |
16 |
16 |
16 |
16 |
|
|
|
1 |
Afhankelijkheid
van het feit of bedrijf de prijzen de inflatie kan laten volgen. |
2 |
Afhankelijk
van solvabiliteit bedrijf |
3 |
Afhankelijk
van deel vreemd vermogen in belegging |
4 |
Afhankelijk
van bankleningen en kasposities bij banken |
5 |
Afhankelijk
van type onderliggend bedrijf |
6 |
Geen
kantoren |
7 |
De meeste
beursgenoteerde bedrijven worden geleid door managers i.p.v. ondernemers |
8 |
Afhankelijk
van mate waarin het bedrijf zich bevindt in de Westerse wereld en/of
haar klanten heeft in de Westerse wereld |
9 |
Afhankelijk
van waar het vastgoed of de grond zich bevindt. |
10 |
Aandelen
en obligaties zijn weliswaar verplaatsbaar, maar het gaat om de
onderliggende bedrijven. |
11 |
Obligaties
zijn afhankelijk van de rentestand, die voornamelijk door de politiek
wordt bepaald. |
12 |
Zowel
bedrijven, vastgoed, kasgeld en edelmetalen kunnen te maken krijgen met
extra belastingen. Kasgeld en edelmetalen kunnen uit de jurisdictie van
de belastende overheid worden verwijderd, bedrijven en vastgoed niet. |
13 |
Kasgeld,
dat zich op het moment van het uiteenvallen van de euro bevindt in
Zuid-Europa loopt het risico te worden geconverteerd in Zuid-Europese
valuta. |
14 |
Een
bedrijf of vastgoed dat zich bevindt in Zuid-Europa op het moment van
het uiteenvallen van de euro zal op dat moment sterk in waarde dalen. |
15 |
Als
het kasgeld in euro's luidt, heeft het kasgeld uiteraard last van een
zwakke euro. |
16 |
Een
lokaal Europees bedrijf of vastgoed dat zich bevindt in euroland heeft
last van een zwakke euro. |
|
|